Hoofdstuk 2: Het fundament: sociale zorg in de middeleeuwen, 500-1500

Kennisvraag 1
Al meer dan duizend jaar geleden werden criteria geformuleerd voor wie wel of geen recht had op een uitkering van de armenzorg. Een van de criteria was ‘nabijheid’. Hiermee werd bedoeld
  1. wie dichtbij het vuur zit, heeft geen recht op een uitkering.
  2. wie familie heeft, moet door de familie worden onderhouden.
  3. wie kan werken, heeft geen recht op een uitkering.

Kennisvraag 2
Franciscus van Assisi had als boodschap:
  1. Wie leeft in armoede verspilt zijn talenten.
  2. Wie leeft in armoede staat dicht bij God.
  3. Wie leeft in armoede staat ver van God.

Kennisvraag 3
Met het begrip ‘heilseconomie’ wordt bedoeld:
  1. de inkomsten en uitgaven van de liefdadigheid.
  2. wie iets aan de armen geeft, zorgt ook voor eigen zielenheil.
  3. de financiële offers die gebracht zijn door heiligen.

Kennisvraag 4
Het oudste dolhuis in Nederland was het Reinier van Arkel in ’s-Hertogenbosch. Het werd gesticht in
  1. 1342.
  2. 1442.
  3. 1542.

Kennisvraag 5
Rond het jaar 1200 ontstonden in Europa ketterse bewegingen. Zij hadden ook kritiek op sociale misstanden. Die ketterse bewegingen waren onder andere de
  1. humanisten.
  2. waldenzen.
  3. geuzen.

Toepassingsvraag 1
Vergelijken is moeilijk, maar als je dat toch doet, kun je de Baayert uit de middeleeuwen vergelijken in onze tijd met een:
  1. nachtpension voor daklozen.
  2. containerwoning voor asociale gezinnen.
  3. psychiatrisch ziekenhuis.