Hoofdstuk 1: Motieven voor sociaal werk

Kennisvraag 1
Tsedaka is het Hebreeuwse woord voor:
  1. barmhartigheid.
  2. naastenliefde.
  3. gerechtigheid.

Kennisvraag 2
Caritas betekent:
  1. je sociale plicht doen.
  2. dienende liefde.
  3. voor wat hoort wat.

Kennisvraag 3
Het doen van ‘de zeven werken van barmhartigheid’ was een opdracht van:
  1. de Paus, de plaatsvervanger van Jezus van Nazareth.
  2. Petrus, de volgeling van Jezus van Nazareth.
  3. Jezus van Nazareth, de Zoon van God.

Kennisvraag 4
De zakat is een van de vijf zuilen van de islam, namelijk:
  1. geloofsbelijdenis.
  2. vasten tijdens de ramadan.
  3. het geven van aalmoezen.

Kennisvraag 5
Arnold Toynbee, docent op de universiteit van Oxford, was sociaal bewogen en
  1. hij vond dat de universiteit open moest staan voor arbeiders.
  2. hij voelde een grote schuld tegenover de arbeidersklasse.
  3. hij vond dat de arbeidersklasse meer zijn best moest doen om vooruit te komen.

Toepassingsvraag 1
De regering van Griekenland verklaarde in 2012 dat het onmogelijk was nog verder te bezuinigen op de uitkeringen voor schoolverlaters, werklozen en bejaarden omdat dat kon leiden tot grote onlusten. In deze verklaring herken je een van de basismotieven voor sociaal beleid en sociale zorg, namelijk:
  1. mededogen.
  2. openbare orde.
  3. schuldgevoel.

Toepassingsvraag 2
Het was wereldwijd voorpaginanieuws: een politieagent in New York kocht in december 2012 een nieuw paar laarzen voor een bedelaar die met blote voeten op straat liep. In deze actie van de politieagent herken je een van de basismotieven voor sociaal beleid en sociale zorg, namelijk:
  1. mededogen.
  2. openbare orde.
  3. zelfontplooing.