Hoofdstuk 2: Het fundament: sociale zorg in de middeleeuwen, 500-1500

Wat moet ik onthouden? Hulpmiddel bij het studeren

Naast de collegeserie volgt hier een hulpmiddel bij het bestuderen van het Basisboek Geschiedenis Sociaal Werk in Nederland. Hieronder volgen de belangrijkste begrippen, namen en een paar jaartallen. Wat moet je doen?

De begrippen    : in enkele woorden of zinnen kunnen uitleggen wat dit begrip inhoudt.
De personen      : wat waren de belangrijkste ideeën en activiteiten van deze persoon.
De jaartallen      : onthoud ze, want ze zijn je kapstok in de tijd (chronologie, tijdsbesef).

Studeren betekent: jouw zelf gevonden antwoorden kort opschrijven, maar niet zo kort dat je over een week het zelf niet meer snapt. Je kunt je antwoorden vergelijken met een studiegenoot. Regelmatig doorlezen en herhalen werkt stukken beter dan domweg stampen.
Strepen zetten in het boek en stukken tekst geel arceren is geen goede manier van studeren.

Begrippen:
Werken van barmhartigheid, standenmaatschappij, broederschappen, kleinschaligheid, klooster, hospitaal, hospitalitas,  gasthuis, Heilige Geesttafel, differentiatie van gasthuizen, dollen, wezen, vondelingen, nachtopvang, passantenhuis, dolhuis,  arbeidsmoraal, christelijke visie op armoede, van mededogen tot misprijzen, heilseconomie, ‘ware armen’, lediggangers, armenzorgfondsen, hoogte uitkeringen altijd karig, ketterse bewegingen, armoedebeweging, burgerweeshuis, aalmoezeniersweeshuis.

Namen:
Antonius; Concilie van Tours (567); Franciscus van Assisi, Clara, Elisabeth van Thüringen,

Jaartallen:
1122 (1e gasthuis in Utrecht); 1270 (begin gezinsverpleging in Geel, België ); 1442 (1e dolhuis in ’s-Hertogenbosch, Reinier van Arkel)